e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grubbenvorst

Overzicht

Gevonden: 1571
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lopen lopen: loupe (Grubbenvorst) lopen [SGV (1914)] III-1-2
luchtx lucht: lŏŏg (Grubbenvorst), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  lôch (Grubbenvorst), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld! Opm.: kort.  looch (Grubbenvorst) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lui lui: lui (Grubbenvorst) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: luu (Grubbenvorst), mensen: minksə (Grubbenvorst), minsə (Grubbenvorst) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] || volk [RND] III-3-1
luid schreien beuken: boven de ö staat een lengte-teken  böke (Grubbenvorst), janken: janke (Grubbenvorst), boven de ö staat een lengte-teken  janke (Grubbenvorst), krijten: kriete (Grubbenvorst) krijten [SGV (1914)] III-1-4
luiden luiden: luje (Grubbenvorst) luiden [SGV (1914)] III-3-3
luier windel: wingel (Grubbenvorst) luier [SGV (1914)] III-2-2
luilak vuilik: voelik dèste bès (Grubbenvorst) luilak [~, die je bent] [SGV (1914)] III-1-4
luisteren luisteren: luustere (Grubbenvorst) luisteren [SGV (1914)] III-1-1
lusten lusten: löste (Grubbenvorst) lusten [SGV (1914)] III-2-3