e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

Gevonden: 3122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesneden mannelijk varken berg: bɛ.rǝx (Gruitrode) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesneden vrouwelijk varken gelts: ge.ls (Gruitrode  [(niet gesneden)]  ) Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.] I-12
getob; tobben gekloot: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gekloot (Gruitrode) gemartel [ZND 01 (1922)] III-1-4
getuigen getuigen: getiegen (Gruitrode), tuigen: tiege (Gruitrode) getuigen [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevaarlijk gevaarlijk: met vèer spiele is gevaarlik (Gruitrode) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevaarlijke kerel gevaarlijk: det is eine gevaarlijke kèrel (Gruitrode) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevangenis prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  preson (Gruitrode), presong (Gruitrode) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevel faèade: fasaat (Gruitrode), gevel: gēͅvəl (Gruitrode), voorgevel: viêrgevel (Gruitrode) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] || gevel aan de voorzijde van een woning || voorgevel van een woning III-2-1
gevoelig (zijn) gevoelig: gevéélig (Gruitrode), nog goed voelen: ich veel nog goot in die hand (Gruitrode) mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)] III-1-1
gevoelloos (zijn) doof: dōōf (Gruitrode), hard: hard (Gruitrode), kapot: kepot (Gruitrode), ongevoelig: ongevoelig (Gruitrode) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] || in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)] III-1-1