e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tollen tirvelen: toervele (Gulpen) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] III-1-2
ton, maat van 1000 liter ton: ton (Gulpen) de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)] III-4-4
toneelspel spel: spel (Gulpen) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen laten kijken: laote kieke (Gulpen), tonen: tuine (Gulpen) tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong tong: tong (Gulpen), tŏng (Gulpen), tŏŏng (Gulpen) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
tong van een schoen tong: tong (Gulpen, ... ) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3
toogpin pin: pen (Gulpen) De dunne, houten pin die in de pen-en-gatverbinding wordt geslagen, om de twee delen definitief met elkaar te verbinden. Zie ook afb. 142. [N 54, 38b; N 54, 64g; A 32, 9; monogr.] II-12
toonbank teek: Van Dale: III. teek, (gew.) tapkast.  teek (Gulpen), toonbank: toĕnbank (Gulpen), toonbank (Gulpen), toénbaank (Gulpen), winkelbank: winkelbank (Gulpen) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)] III-3-1
torengoud dobbeldik bladgoud: dǫbǝldik˱ blat˲gǭt (Gulpen) Bladgoud zoals dat bijvoorbeeld voor het vergulden van de haan van de kerktoren wordt gebruikt. Het is volgens de invuller uit L 267 dikker in doorsnede dan normaal bladgoud. [N 67, 11c] II-9
torenhaan t hantje van dn taore?].: t haensje van dr taoën (Gulpen) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3