25561 |
te lang gerezen deeg |
rotte:
rotǝ (Q203p Gulpen),
uitgegangen:
ūtgǝgaŋǝ (Q203p Gulpen)
|
Bij veel antwoorden wordt het zelfstandig naamwoord "deeg" o.i.d. niet gegeven. [N 29, 26b; monogr.]
II-1
|
25566 |
te nat |
knats:
knatš (Q203p Gulpen),
te week:
tǝ węǝk (Q203p Gulpen)
|
Gezegd van deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 29b; monogr.] || Het lemma valt uiteen in verschillende grammaticale categorieën. De eerste categorie benamingen is bijvoeglijk van aard. De tweede groep bestaat uit opgaven die een zelfstandigheid aanduiden en de derde groep bestaat uit werkwoorden. [N 29, 67; monogr.]
II-1
|
24385 |
teek |
teek:
tiëk (Q203p Gulpen)
|
teek [DC 30 (1958)]
III-4-2
|
17715 |
teelballen |
kloten:
Gemeen.
kloeete (Q203p Gulpen)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
34343 |
teeldriftig |
berig:
bīrex (Q203p Gulpen)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het mannelijk varken. [A 43, 20b; monogr.]
I-12
|
17680 |
teen |
teen:
tiejen (Q203p Gulpen),
tieën (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
tieënne (Q203p Gulpen),
tīen (Q203p Gulpen)
|
teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
30656 |
teerkwast |
bokkepoot:
bǫkǝpūǝt (Q203p Gulpen
[(meervoud: bǫkǝpȳjǝt)]
)
|
Kwast met ronde, stijve, korte haarbundel in een ijzeren beugel, die onder een hoek van ongeveer 450 aan een lange steel is bevestigd. De kwast wordt gebruikt voor teerwerk. [N 67, 43d]
II-9
|
22429 |
tegen de bal schoppen |
trappen:
trappe (Q203p Gulpen)
|
Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21884 |
tegenvaller |
strop:
en strup (Q203p Gulpen),
sjtröp (Q203p Gulpen)
|
een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21210 |
telefoon |
telefoon:
telefoon (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|