e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

Gevonden: 4929
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boot(je) schuit(je): schuut (Gulpen, ... ) een klein open vaartuig met riemen of zeil voortbewogen [boot, schuit] [N 90 (1982)] III-3-1
borduren borduren: bordure (Gulpen) Manier van handwerken waarbij met de naald figuren of bloemen in of op een stof worden vervaardigd (borduren, festonneren) [N 79 (1979)] III-1-3
borg borg: burg (Gulpen) borg [SGV (1914)] III-3-1
borgen op de pof: op der poef (Gulpen), op de pof kopen: op den poef kopen (Gulpen), poffen: poefen (Gulpen) uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)] III-3-1
borrel drupje: drupke (Gulpen, ... ), schnaps-je: sjnepske (Gulpen) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) bobbelen: bŏbbele (Gulpen, ... ), borrelen: borrelen (Gulpen), bŏrrele (Gulpen), springen: sprink (Gulpen) bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borstel borstel: beuësjtel (Gulpen), schrobber: sjrüber (Gulpen), tafelschuurder: toffel-sjchoerder (Gulpen) andere soorten borstels [DC 15 (1947)] || borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] III-2-1
borsten memmen: memme (Gulpen) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: boasch (Gulpen), boaësj (Gulpen), borstkas: broskas (Gulpen) borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstvliesontsteking fleuris: fleuris (Gulpen), pleuris: pleuris (Gulpen) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2