e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderhands onderhands: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  oangerhenjs (Guttecoven) onderhandsch [SGV (1914)] III-3-1
onderhemd hemd: ei sjoon hŭmme (Guttecoven), hŭmme (Guttecoven) hemd [SGV (1914)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderkussen, peluw hoofdpulf: höjpölf (Guttecoven), høͅi̯tpøͅlf (Guttecoven), peluw: peluuw (Guttecoven) Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] || peluw [SGV (1914)] III-2-1
onderlip onderlip: ongerlup (Guttecoven), ŏŏngerlup (Guttecoven) onderlip [DC 01 (1931)] III-1-1
onderste balken van de schelf balken: (enk)  balǝk (Guttecoven) De onderste balken van een schelf zijn ruwe, onbewerkte balken of boomstammetjes die op de gebintbalken rusten en naast elkaar gelegd de onderste laag van de schelf vormen. Zij zijn meestal rond. Zie ook het lemma "balken van de zolder boven de dorsvloer" (3.2.5). Zjidden is oorspronkelijk aan het Franse ''gîtes'' , dat in het volgend lemma in de term ''contre-gîtes'' voorkomt, ontleend, met herinterpretatie van de ''t'' tot een ''d'' vanuit het enkelvoud. Zie ook afbeelding 16.a bij het lemma "hooizolder, koestalzolder, schelf" (3.4.1).' [N 4, 68; N 4A, 13a; monogr.] I-6
onderstel poten: pø̄t (Guttecoven) Het geheel van drie poten en een blad van een spinnewiel. [N 34, B3] II-7
onderstuk van een rijtuig burcht?: bärg (Guttecoven) het onderstuk van een rijtuig [trein] [N 90 (1982)] III-3-1
onderwijzeres juffrouw: juffrouw (Guttecoven) een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)] III-3-1
onderzadel zadelkussen: (mv)  zālkø̜sǝs (Guttecoven) Een vilten lap of een kussen dat onder het zadel ligt. Zie ook lemma Paardedeken Onder Het Zadel. [N 13, 64a en 64b] I-10
onderzoek onderzoek: oengerzeuk (Guttecoven) alle naspeuringen in een zaak [onderzoek, visitatie] [N 90 (1982)] III-3-1