e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kool, algemeen: een krop kool kappes: kap’pes (Haanrade), loesj: loesj (Haanrade), moes: mós (Haanrade) kool || kool, niet gesloten I-7
koolmees, mees keesmutsje: kieës’müts-je (Haanrade), mees: mees, dim. mieës-je (Haanrade), meesje: mieës-je (Haanrade) koolmees || mees III-4-1
koper kupfer: kofǝr (Haanrade) In zuivere toestand een roodachtig-bruin metaal, zeer rekbaar en weker dan smeedijzer. Geelkoper of messing is een legering van koper met ca. 30 tot 40% zink en meestal een weinig tin. [N 66, 58a-b; monogr.] II-11
kopje tas: tas (Haanrade) kop III-2-1
koppig eigenzinnig: ejezin’nieg (Haanrade), stierig: sjtie’rieg (Haanrade) eigenzinnig || koppig III-1-4
korf korf: kø̜rf (Haanrade) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
korst korst: Verrklw. küesj-je Ich hauw han honger; ich küet ing koeësj drüeg broeëd èse  koeësj (Haanrade) korst III-2-3
kotelet, ribstuk kotelet: kót’let (Haanrade), kót’telet (Haanrade), schelharst: Ing rij sjel¯laasj  sjel’laasj (Haanrade) karbonade || kotelet III-2-3
koud, mistig en somber weer breuzelenweer: breu⁄zele weer (Haanrade), dompetig (weer): dum⁄petieg (Haanrade), dóm⁄petieg (Haanrade) mistig, nevelig || triest weer III-4-4
koudbeitel koudbeitel: kǭt˱bēsǝl (Haanrade) In het algemeen een beitel waarmee op koud ijzer wordt gewerkt. De koudbeitel is meestal zeskantig in doorsnee, soms ook rond of ovaal. Het werktuig wordt voor diverse werkzaamheden gebruikt zoals het weghakken van bramen en lasslakken, het doorhakken van bouten en het splijten van metaal. De koudbeitel is soms van een steel voorzien. Zie ook afb. 49. [N 33, 109; N 33, 112-113; N 64, 69b; monogr.] II-11