e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

Gevonden: 3663

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aangeven, verklikken aangeven: aangaeve (Haelen) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhitsen opstoken: Veldeke  opsjtäöke (Haelen) Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] III-2-1
aanhoudend vragen lamenteren (<fr.): lemmetere (Haelen), zaniken: zanikke (Haelen) alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1
aankondigingskastje kastje: keske (Haelen) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] III-3-1
aanmelken voortrekken: vø̄rtrɛkǝ (Haelen) Het maken van de eerste melkbewegingen bij een vaars die pas gekalfd heeft, gezegd van de boer. [N 3A, 61] I-11
aanstaan gaden: gaaie (Haelen) behagen, bevallen, aangenaam zijn [gaden, gaaien, aanstaan] [N 85 (1981)] III-1-4
aanstieren dekken: dɛkǝ (Haelen) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11
aanwassen op de tanden keer: kɛ̄r (Haelen) Knobbelvormige aanwassen op de tanden. Als de wrijfvlakken van de beneden- en bovenkaak elkaar niet geheel dekken, ontstaan door de ongelijkmatige afslijting scherpe haken op de hoektanden. Zij komen vooral voor vanaf zevenjarige leeftijd en ontwikkelen zich het sterkst als het paard negen jaar oud is. [JG 1b, 1c, 2c; N 8, 91] I-9
aanwijzen wijzen: wieze (Haelen) arm en hand uitstrekken naar iets of in de richting van iets om er de aandacht op te vestigen of om het te tonen [duiden, wijzen] [N 85 (1981)] III-1-4
aar aar: ǭr (Haelen) Het bovenste deel van de halm van sommige graangewassen waarin zich de korrels bevinden. Ook als pars pro toto gebruikt voor de gehele halm, vergelijk de uitdrukking: "aren lezen". De varianten die met een d- beginnen hebben een aangehecht lidwoord. Zie afbeelding 2, e. [JG 1a, 1b; Wi 14; monogr.; add. uit L 25, 15] I-4