e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P048p plaats=Halen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klomp klonk: kloenk (Halen), kluŋk (Halen) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] II-12, III-1-3
klompschoen galoche (fr.): gəloš (Halen) klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3
kloven kloven: klouvə (Halen) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
kluit aarde klot: klot (Halen), klǫt (Halen) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knabbelen knabbelen: knabələ (Halen) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knecht, algemeen knecht: knęxt (Halen) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
knellen duwen: doawe (Halen) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen duwen: doawe (Halen) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
kneuzen knotsen: knozə (Halen), nutsen: noͅtsə (Halen), nutsen (Halen), nytsə (Halen), titsen: toͅtsə (Halen) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] III-2-3
knevels knevels: knęi̯vǝls (Halen) Beide haakjes aan de bitringen, die aan het hoofdstel worden opgehangen. [N 13, 45] I-10