21368 |
schreeuwen |
kweken:
kwē̜kǝ (P048p Halen),
schreeuwen:
sxriǝvǝ (P048p Halen),
sxrīǝvǝ (P048p Halen)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|
33816 |
schrikachtig |
schouw:
sxō (P048p Halen)
|
Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k]
I-9
|
19536 |
schrobbezem |
bezem:
bessem (P048p Halen),
m. mv b@s\\ms
beͅsəm (P048p Halen),
schrobborstel:
m. mv. b\\st\\ls
sxrubbøstəl (P048p Halen)
|
bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19411 |
schroeien |
verhersten:
vərhøstə (P048p Halen)
|
schroeien (zengen) [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
18844 |
schuchter |
bleu:
ook materiaal znd 21, 36
bleu (P048p Halen),
blue (P048p Halen),
blüh (P048p Halen),
verlegen:
ook materiaal znd 21, 36
verlège (P048p Halen)
|
schuchter (bloode) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
32593 |
schudden met de riek |
schudden:
sxø̜dǝ (P048p Halen)
|
Bij het mest spreiden maakt men met de riek telkens al schuddende een slingerende beweging. [N M, 12b; N 11A, 24; JG 1a + 1b; monogr.]
I-1
|
19555 |
schuimspaan |
visspaan:
vespoen (P048p Halen),
veͅspuən (P048p Halen),
om groenten uit soep enz. te scheppen
veͅspuən (P048p Halen),
vr. mv. v@spuw\\n\\
veͅspuwən (P048p Halen)
|
lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schuimspaan [ZND 42 (1943)] || schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21370 |
schuld |
pof:
ps. omgespeld volgens Frings.
puf (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21674 |
schuld zonder papieren |
geleend (volt.deelw.):
ps. omgespeld volgens Frings.
gəliənt (P048p Halen),
schuld zonder schrijvens:
ps.deels omgespeld volgens Frings.
(zonder) sxrēͅvəs (P048p Halen)
|
schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18102 |
schurft |
schurft:
sxyrǝft (P048p Halen)
|
Een zeer hardnekkige, heftig jeukende huidaandoening, die kan leiden tot sterke vermagering en zelfs tot totale uitputting van de aangetaste dieren. Schurft wordt veroorzaakt door verschillende soorten mijten, voor ieder dier weer verschillend. Zie ook het lemma ''schurft'' in wbd I.3, blz. 479-481. [N 3A, 89; N 52, 13; A 48A, 26; monogr.]
I-11
|