17947 |
schrede |
schrede:
schrij (P048p Halen)
|
een schrede (zover men ineens kan stappen) [ZND 42 (1943)]
III-1-2
|
21368 |
schreeuwen |
kweken:
kwē̜kǝ (P048p Halen),
schreeuwen:
sxriǝvǝ (P048p Halen),
sxrīǝvǝ (P048p Halen)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|
33816 |
schrikachtig |
schouw:
sxō (P048p Halen)
|
Gezegd van schichtige, schuwe paarden, die angst hebben voor plotselinge geluiden en bewegingen. Zij slaan dan eventueel op hol, zodat zij streng aan de lijn gehouden dienen te worden. [JG 1a; N 8, 64j en 64k]
I-9
|
19536 |
schrobbezem |
bezem:
bessem (P048p Halen),
m. mv b@s\\ms
beͅsəm (P048p Halen),
schrobborstel:
m. mv. b\\st\\ls
sxrubbøstəl (P048p Halen)
|
bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] || borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19411 |
schroeien |
verhersten:
vərhøstə (P048p Halen)
|
schroeien (zengen) [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
18844 |
schuchter |
bleu:
ook materiaal znd 21, 36
bleu (P048p Halen),
blue (P048p Halen),
blüh (P048p Halen),
verlegen:
ook materiaal znd 21, 36
verlège (P048p Halen)
|
schuchter (bloode) [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
32593 |
schudden met de riek |
schudden:
sxø̜dǝ (P048p Halen)
|
Bij het mest spreiden maakt men met de riek telkens al schuddende een slingerende beweging. [N M, 12b; N 11A, 24; JG 1a + 1b; monogr.]
I-1
|
19555 |
schuimspaan |
visspaan:
vespoen (P048p Halen),
veͅspuən (P048p Halen),
om groenten uit soep enz. te scheppen
veͅspuən (P048p Halen),
vr. mv. v@spuw\\n\\
veͅspuwən (P048p Halen)
|
lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schuimspaan [ZND 42 (1943)] || schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21370 |
schuld |
pof:
ps. omgespeld volgens Frings.
puf (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21674 |
schuld zonder papieren |
geleend (volt.deelw.):
ps. omgespeld volgens Frings.
gəliənt (P048p Halen),
schuld zonder schrijvens:
ps.deels omgespeld volgens Frings.
(zonder) sxrēͅvəs (P048p Halen)
|
schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|