e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

Gevonden: 2815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boosaardig paard knopper: knupǝr (Halen  [(bijter)]  ) Onbetrouwbare paard dat onverwachts slaat en bijt. Gewoonlijk legt het daarbij de oren in de nek en laat het wit van zijn ogen zien. [JG 1a; N 8, 62o] I-9
bordenrek, schotelrek reebank: grote afmetingen  ribank (Halen), rek: o. mv. r@k\\  reͅk (Halen), rekje: rekske (Halen) rekje aan de wand waarop bordjes of sierbordjes worden geplaatst (teerekske) [N 20 (zj)] III-2-1
borg borg: börg (Halen) borg [ZND 01 (1922)] III-3-1
borrelen (van water) bobbelen: boĕbbelen (Halen) bobbelen [ZND 01 (1922)] III-4-4
borrelglaasje borrel: m. mv. b#r\\ls  boͅrə (Halen), drup: drøp (Halen) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borst borst: bø̜st (Halen) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstel borstel: bøͅstəl (Halen) borstel [ZND 01 (1922)] III-2-1
borstelig haar stekelhaar: stēͅkəlhūr (Halen) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstkas borst: böst (Halen) borst [ZND 01 (1922)] III-1-1
borstnet borstnet: bøstnęt (Halen) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10