32836 |
de grond vasttreden, aanstampen |
aantreden:
ǭǝn[treden] (P048p Halen)
|
In de moestuin of op een klein perceeltje kan men - wanneer men niet over een hand- of tuinrol beschikt - de bewerkte grond platkloppen met de spade, de schoep of een plet-plank ofwel vasttreden met de voeten, waarbij dan vaak plankjes onder de klompen worden gebonden. Voor de dialectvarianten van het woord(deel) ''treden'' zij verwezen naar het lemma ''het land aftreden''. [JG 1a + 1b + 1d; N P, 20 add.; monogr.]
I-2
|
22772 |
de helft vragen |
ge moet helften:
in moet is de e heel klein bovenaan de o geschreven
gəmoët häləXtə (P048p Halen),
geef mich de helft:
gäft miX de häleXt (P048p Halen),
mich de helft:
mig de heleft (P048p Halen),
mich ook de helft:
mich och de helgt (P048p Halen)
|
Wat roepen de kinderen als ze de helft vragen van iets, bijvoorbeeld van iets dat ze tegelijkertijd hebben gevonden? [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
34627 |
de hoogkar doen achteroverslaan |
opstoten:
upstuǝtǝ (P048p Halen)
|
De hoogkar doen achteroverslaan, zodat de berries omhoog steken. Het paard dient daartoe te worden uitgespannen, aangezien de bak van de hoogkar niet kantelbaar is. [N 17, 89]
I-13
|
34632 |
de kar wipt |
opslaan:
(de kar) slyt˱ up (P048p Halen)
|
Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
34230 |
de melk inhouden |
niet aflaten:
(de koe) lǫt ni af (P048p Halen),
optrekken:
uptrękǝ (P048p Halen)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
34231 |
de melk laten lopen |
(de melk) laten lopen:
(de koe) lǫt luǝpǝ (P048p Halen),
luǝtǝ luǝpǝ (P048p Halen)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dękǝ (P048p Halen)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|
33872 |
de merrie is niet drachtig |
niet vol:
nę vǫl (P048p Halen)
|
[N 8, 48 en 49]
I-9
|
34273 |
de stal uitmesten |
mesten:
męstǝ (P048p Halen)
|
De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.]
I-11
|
19639 |
de tafel afruimen |
leegmaken:
lēxmākə (P048p Halen)
|
de tafel afruimen [N 01 (1960)]
III-2-1
|