e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de grond omwoelen moren: mōrǝn (Hamont) Met de hoorns de grond omwoelen, gezegd van de koe. [N 3A, 9c] I-11
de grond vasttreden, aanstampen treden: [treden] (Hamont), vastlopen: va.stluǝpǝn (Hamont) In de moestuin of op een klein perceeltje kan men - wanneer men niet over een hand- of tuinrol beschikt - de bewerkte grond platkloppen met de spade, de schoep of een plet-plank ofwel vasttreden met de voeten, waarbij dan vaak plankjes onder de klompen worden gebonden. Voor de dialectvarianten van het woord(deel) ''treden'' zij verwezen naar het lemma ''het land aftreden''. [JG 1a + 1b + 1d; N P, 20 add.; monogr.] I-2
de helft vragen eerlijk delen: als alternatief van ider en haleft  ärlək dälən (Hamont), ieder een helft: īder en häleft (Hamont) Wat roepen de kinderen als ze de helft vragen van iets, bijvoorbeeld van iets dat ze tegelijkertijd hebben gevonden? [ZND 26 (1937)] III-3-2
de hoogkar doen achteroverslaan opstoten: opstūǝtǝ (Hamont) De hoogkar doen achteroverslaan, zodat de berries omhoog steken. Het paard dient daartoe te worden uitgespannen, aangezien de bak van de hoogkar niet kantelbaar is. [N 17, 89] I-13
de inhoud van een boom schatten schatten: sxatǝ (Hamont) Schatten hoeveel paren klompen uit een boom kunnen worden vervaardigd. De schatting vindt plaats aan de hand van de omvang en de lengte van een stam. [N 97, 39] II-12
de kaarten ronddelen delen: De kaarten delen (uitdelen).  delə (Hamont) Delen. III-3-2
de kaarten schudden ondersteken: de koarten goeut onderstèken (Hamont), kaarten onderstèken (Hamont), schieten: de kaorten te goei doriën schieten (Hamont), schudden: de koarten goed schudden (Hamont), verschieten: de koërten verschieten (Hamont), versteken: de koërten versteken (Hamont) Hoe heet het dooreenmengen van speelkaarten? Vertaal: De kaarten goed ... [ZND 36 (1941)] III-3-2
de kar gereformeerd maken reformeren: rǝfǫrmērǝn (Hamont) De berries van de stortkar averechts onder de bak doordraaien, zodat de kar onbruikbaar wordt [N 17, 87 + 93] I-13
de laatste voor ploegen (de voor) uitploegen: ut[ploegen] (Hamont), ūt[ploegen] (Hamont) De laatste voor van het grote middendeel van een akker die men ploegde, kan op twee manieren worden afgewerkt. Als men een greppel wil laten ontstaan in verband met de waterafvoer (op lage gronden), dan ploegt men de laatste voor iets dieper dan de overige. Wil men daarentegen geen greppel overhouden, dan ploegt men de laatste voor ondiep uit en sleept men ze vervolgens dicht. De termen die in dit lemma onder A. zijn vermeld, werden opgegeven n.a.v. de vraag naar "de diepe middenvoor afwerken". Sommige ervan lijken ook bruikbaar voor het ploegen van de laatste voor in het algemeen. De onder B. opgenomen termen betreffen het ploegen van de laatste voor aan de zijkant(en). [N 11, 62; N 11A, 119e + 121e; div.; monogr.] I-1
de melk inhouden ophouden: ǫphāwǝn (Hamont) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11