e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluimen uitspuwen uitfluimen: utflumən (Hamont), uittuffen: utøfən (Hamont, ... ) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fluisteren fluisteren: fly(3)̄stərən (Hamont) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fluit fluit: fluit (Hamont), fluitje: flötjen (Hamont) Fluit. [Willems (1885)] III-3-2
fluiten fluiten: fluiten (Hamont) Fluiten. [Willems (1885)] III-3-2
fluweel, velours velours: flūwǝr (Hamont) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek boks van velours: boͅks_fam_flūər (Hamont), turksleren broek: tørksleͅrə bruk (Hamont) boks van floer || een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie fokmerrie: fǫkmɛri (Hamont), kweekmerrie: kwiǝkmɛri (Hamont) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug gelt: gę.lt (Hamont), zoog: zō.x (Hamont) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fooi fooi: drinkgeld  foei (Hamont), fūi (Hamont) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
fopspeen lots: lots (Hamont) zuigdot III-2-2