34204 |
tussenklauwontsteking |
gescheurde tenen:
gǝsxiǝrdǝn tīn (Q002p Hasselt),
scheurpoot:
sxiǝrpuǝt (Q002p Hasselt)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
28517 |
tuten |
tuten:
tuten (Q002p Hasselt)
|
Het geluid dat de koningin maakt die haar cel reeds verlaten heeft. Op het doffe kwaken van de ongeboren koninginnen antwoordt de pas uitgelopen koningin met een hoog tutend geluid. Dit is het teken dat zij er is. Zij zal proberen zo spoedig mogelijk de nog in de cellen opgesloten koninginnelarven te doden. Dit wordt echter verhinderd door de werkbijen. Het tuten is voor de imker een zeker teken dat er de volgende dag of op zijn laatst nog een dag later een nazwerm zal afkomen. [N 63, 33a; N 63, 32a; N 63, 33b; Ge 37, 42]
II-6
|
28518 |
tuter |
tuter:
tuter (Q002p Hasselt)
|
Koningin die pas de moercel verlaten heeft en tutend antwoordt op het gekwaak van de koninginnelarven die nog in de dichte moercel zitten. [N 63, 33b; N 63, 32a]
II-6
|
21618 |
twee centiem |
cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə seͅnt (Q002p Hasselt),
ən seͅnt (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21626 |
twee frank |
dobbele frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
doͅbələ fraŋ (Q002p Hasselt),
dobbele, een ~:
ps. omgespeld volgens Frings.
nən doͅbələ (Q002p Hasselt)
|
2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
luiden:
lēən (Q002p Hasselt)
|
Kleppen (de 2 maal luiden voor de H. mis). [ZND B2 (1940sq)]
III-3-3
|
21648 |
tweede verkoping |
toeslag:
ps. omgespeld volgens Frings.
tøslāx (Q002p Hasselt),
toewijzing:
ps. omgespeld volgens Frings.
tøwēͅzeͅŋ (Q002p Hasselt)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20427 |
tweeling |
kweeling:
kjāleŋ (Q002p Hasselt),
kwinglin (Q002p Hasselt),
kwiŋ:lin (Q002p Hasselt),
soms nog: -; (R. kweeling)
kja.ling (Q002p Hasselt),
Verouderd.
kwīgaleŋ (Q002p Hasselt),
tweeling:
twej.ling (Q002p Hasselt),
twēileŋ (Q002p Hasselt)
|
tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND 11 (1925)], [ZND B1 (1940sq)]
III-2-2
|
34234 |
tweespeen |
tweedeem:
twɛi̯dēm (Q002p Hasselt),
tweedemer:
twīdiǝmǝr (Q002p Hasselt)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|
33998 |
twijg |
wis:
wis (Q002p Hasselt),
zweep:
zwip (Q002p Hasselt)
|
Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|