e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hark, algemeen gritsel: gretsǝl (Hasselt), hofgritsel: høf˲ gretsǝl (Hasselt) Gereedschap dat dient om uitgetrokken onkruid bijeen te trekken, afgevallen bladeren te verzamelen, de tuinpaden, het erf en het grind aan te harken, de grond fijn te maken, enz. Het bestaat uit een ijzeren kam van doorgaans ongeveer 30 cm breedte met korte licht gebogen tanden, bevestigd aan een lange steel. Bedoeld is hier het algemene stuk gereedschap dat met name in de moestuin en op het erf wordt gebruikt voor de vele boven opgesomde doeleinden. Specifieke harken met eigen benamingen komen in het lemma Bijzondere Harken aan bod. [N 18, 94; JG 1a, 1b, 2c; A 2, 44; A 28, 1a; A 34, 2a; L 1, a-m; L B2, 239; Lu 6, 1a; S 12; Gwn 8, 4; monogr.; add uit N 14, 97b; N 15, 4; N 18, 93 en 95; N J, 5] I-5
harken, werken met de hark gritselen: gretsǝlǝ (Hasselt) Zie de toelichting bij het lemma Hark, Algemeen. Object van kleinmaken is: kluiten, harde grond; object van zuivermaken is: het bed, de tuin. [JG 1a, 1b; A 28, 1b; L 1, a-m; Lu 6, 1b; S 12; monogr.; add. uit N 15, 3] I-5
harmonie harmonie: (h)armonej (Hasselt) Harmonie: Muziekkorps. III-3-2
harmonisch van bouw gelijnd: gǝlē̜nt (Hasselt) Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a] I-9
hars klis: kles (Hasselt), wierook: wiərūk (Hasselt) hars [ZND 01 (1922)] III-4-3
hart hart: art (Hasselt, ... ), hart (Hasselt, ... ), hà.rt (Hasselt), hɛt (Hasselt) Dat woord kwam uit zijn hart. [ZND 04 (1924)] || hart [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND m] || Holle spier in de borst die door pulserende bewegingen de bloedsomloop gaande houdt. [N 28, 88a] I-11, III-1-1
hartelijk fel: zij hèbben oz fèl ontvangen (Hasselt), goed: zēͅ heͅhə ōs gut o͂ͅntfaŋə (Hasselt), zə heͅbə mich gut ontha͂lt (Hasselt) Ze hebben ons gul (hartelijk, vriendelijk, enz) ontvangen. [ZND 24 (1937)] III-3-1
harten in het kaartspel harten: aertə (Hasselt), arten aäs (Hasselt), artə-n-ôs (Hasselt), artəna:s (Hasselt), harte (Hasselt), harten (Hasselt), harten a(e)s (Hasselt), hartə (Hasselt), hatten (Hasselt), hātən ās (Hasselt), de h staat tussen haakjes  harten (Hasselt), Sub hart: (h)arte jage, een kaartsp.  (h)arte (Hasselt) Harten [kaartsp.]. || Harten: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Harten: Harten is troef (kaartspel). [ZND 42 (1943)] || Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - II. Harten. [DC 52 (1977)] III-3-2
hartinfarct beslag: beslaa.g ? (Hasselt) hartinfarct III-1-2
haten haten: ha-ette (Hasselt), ha͂tə (Hasselt) Haten. [ZND 26 (1937)] III-3-1