e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoftzadel zadel: zāl (Hasselt), zǭ.l (Hasselt) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokken schokken: sxǫkǝ (Hasselt), stoten: stuǝtǝ (Hasselt) Gezegd van een kar of wagen. [N 17, 97] I-13
schokschouderen de schouders optrekken: sxørz oͅptrekə (Hasselt), zən sxu.ərs əptrɛkə (Hasselt), schouders trekken: schuërs trekke (Hasselt) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-2
schol pladijs: pladèès (Hasselt), schol: schol (Hasselt) schol [Willems (1885)] || schol (platvis) III-2-3
scholekster ekster: iɛkstər (Hasselt) scholekster (43 drukke zwart-witte vogel met rode bek; meest in de rivierstreek [N 09 (1961)] III-4-1
schommel schok: n schok (Hasselt, ... ), schok (Hasselt, ... ), ən sXoͅk (Hasselt), /  n schok (Hasselt), schok (Hasselt, ... ), [...] Q 2 viermaal schok en eens schommel.  schok (Hasselt), [Met afbeelding].  schok (Hasselt), schommel: een schommel (Hasselt), [...] Q 2 viermaal schok en eens schommel.  schommel (Hasselt), zwik: Ook dim. zwiekskes.  zwiek (Hasselt), Z.o. zwik.  zwiek (Hasselt) / [SND (2006)] || Een schommel (Fr. balancoire). [ZND B1 (1940sq)] || Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || schommel [SND (2006)] || Schommel. [Willems (1885)], [ZND 14 (1926)] || Schommel: Kermisschommel. || Zwik: 2. Schommel (kermis). III-3-2
schommelen schokkelen: sxogələ (Hasselt), Iteratief bij de onder schok genoemde ww., met Inlautverzachting -kk- > -gg-.  dzjoegele (Hasselt), schokken: schokke (Hasselt), sxokə (Hasselt) b) zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen] [N 112 (2006)] || Schokken: *Schokkelen, met vlugge, korte bewegingen op en neer gaan. || Schommelen. [ZND m] III-3-2
school school: de jing zin no schoal (Hasselt), de juink zen no t scheuel (Hasselt), de kener zen no de school (Hasselt), de kenger zin nao ts scheul (Hasselt), ṣxo.l (Hasselt) de kinderen zijn naar school [ZND 42 (1943)] || school [RND] III-3-1
schoolcijfer punt: punten (Hasselt) cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: sxô.lkɛjnər (Hasselt) schoolkinderen [RND] III-3-1