e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sint-jozefbeeld sint-jozefbeeld: st. jozefbeeld (Hasselt) Een beeld van de H. Jozef. [N 96A (1989)] III-3-3
sint-maarten sint-maarten: st marte (Hasselt) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-2
sint-pieter te rome sint-pieter: een lange ie  sint-pieter (Hasselt), sinte-pieter: sinte-peiter (Hasselt), sinte-piêter (Hasselt) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3
sintel asse: assche (Hasselt), asschen (Hasselt, ... ), kattenkop: kattekop (Hasselt), krik: krikken (Hasselt), oud: aa.d (Hasselt), sinkel: sienkels (Hasselt), sintel: sie.nkels (Hasselt) aaneengeklonterde sintel || Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)] || sintels || sintels, oud: verbrande kolen langsheen de spoorweg die door arme mensen opgeraapt werden III-2-1
sinterklaas sinterklaas: sinterkloas (Hasselt) Sinterklaas: 1. Sinterklaas. III-3-2
sjacheraar aftroggelaar: ps. omgespeld volgens Frings.  āftregəlīr (Hasselt), sjachelaar: ps. omgespeld volgens Frings.  nə šaxəlīr (Hasselt), šaxəlijər (Hasselt), sjacheraar: ps. omgespeld volgens Frings.  šaxərīr (Hasselt), woekeraar: ps. omgespeld volgens Frings.  nə wukərīr (Hasselt) sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
sjacheren sjachelen: ps. omgespeld volgens Frings.  šaxələ (Hasselt, ... ), sjacheren: ps. omgespeld volgens Frings.  šaxərə (Hasselt) Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)] III-3-1
sjalot sjalot: šəloͅtə (Hasselt), sjarlot: šərloͅtə (Hasselt), -  šarloͅt (Hasselt) sjalot [ZND m] || sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
sjees koetsje: køtskǝ (Hasselt) Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr] I-13
sjerp sjerp: šeͅrp (Hasselt), šeͅrəp (Hasselt) sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)] III-1-3