e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tussenklauwontsteking gescheurde tenen: gǝsxiǝrdǝn tīn (Hasselt), scheurpoot: sxiǝrpuǝt (Hasselt) Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14] I-11
tuten tuten: tuten (Hasselt) Het geluid dat de koningin maakt die haar cel reeds verlaten heeft. Op het doffe kwaken van de ongeboren koninginnen antwoordt de pas uitgelopen koningin met een hoog tutend geluid. Dit is het teken dat zij er is. Zij zal proberen zo spoedig mogelijk de nog in de cellen opgesloten koninginnelarven te doden. Dit wordt echter verhinderd door de werkbijen. Het tuten is voor de imker een zeker teken dat er de volgende dag of op zijn laatst nog een dag later een nazwerm zal afkomen. [N 63, 33a; N 63, 32a; N 63, 33b; Ge 37, 42] II-6
tuter tuter: tuter (Hasselt) Koningin die pas de moercel verlaten heeft en tutend antwoordt op het gekwaak van de koninginnelarven die nog in de dichte moercel zitten. [N 63, 33b; N 63, 32a] II-6
twee centiem cent: ps. omgespeld volgens Frings.  nə seͅnt (Hasselt), ən seͅnt (Hasselt, ... ) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
twee frank dobbele frank: ps. omgespeld volgens Frings.  doͅbələ fraŋ (Hasselt), dobbele, een ~: ps. omgespeld volgens Frings.  nən doͅbələ (Hasselt) 2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1
tweede luiden voor de mis luiden: lēən (Hasselt) Kleppen (de 2 maal luiden voor de H. mis). [ZND B2 (1940sq)] III-3-3
tweede verkoping toeslag: ps. omgespeld volgens Frings.  tøslāx (Hasselt), toewijzing: ps. omgespeld volgens Frings.  tøwēͅzeͅŋ (Hasselt) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweeling kweeling: kjāleŋ (Hasselt), kwinglin (Hasselt), kwiŋ:lin (Hasselt), soms nog: -; (R. kweeling)  kja.ling (Hasselt), Verouderd.  kwīgaleŋ (Hasselt), tweeling: twej.ling (Hasselt), twēileŋ (Hasselt) tweeling [ZND 08 (1925)], [ZND 11 (1925)], [ZND B1 (1940sq)] III-2-2
tweespeen tweedeem: twɛi̯dēm (Hasselt), tweedemer: twīdiǝmǝr (Hasselt) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg wis: wis (Hasselt), zweep: zwip (Hasselt) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10