e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hasselt

Overzicht

Gevonden: 5340
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broodje frans brood: Syst. Frings Langwerpig (tek. zie vragenlijst)  frans˂bruət (Hasselt), frans broodje: Syst. Frings Langwerpig  frans˂ brītšə (Hasselt), kadetje: kadetšəs (Hasselt), mastel: mastél (Hasselt), mestél (Hasselt), picknick-jes: Syst. Frings Rond (tek. zie vragenlijst). Deeg van pistolees.  piknikskəs (Hasselt), pistolet: pistelè (Hasselt), Syst. Frings Bolvormig (tek. zie vragenlijst)  pestōleͅs (Hasselt), Syst. Frings Meel + half water half melk (rond)  pistoͅleͅ (Hasselt), Syst. Frings Rond  pistəlē (Hasselt), Verklw. pistelééke  pisteléé (Hasselt), pistoletje: pistoͅleͅkəs (Hasselt), sandwich: Syst. Frings Langwerpig  santwiš (Hasselt), Syst. Frings Melk + eieren + boter of wit vet (langwerpig)  santwiš (Hasselt), sandwich-je: Syst. Frings Rond (tek. zie vragenlijst)  zantwiškəs (Hasselt) broodje, kadetje || klein, rond ca. 2 cm. dik broodje van taartedeeg, ofwel met een gat erdoor, ofwel met een vork doorprikt || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodkar broodkar: brūǝtkār (Hasselt) Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.] II-1
broodmes broodmes: brūətmɛs (Hasselt), o.  bruwətmɛs (Hasselt), bruətmeͅs (Hasselt) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1
broodoven broodoven: brūǝdøvǝ (Hasselt), oven: hø̄.vǝ (Hasselt), ø̄vǝ (Hasselt) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
broodpap broodpap: Syst. Frings  bruətpap (Hasselt), greumelenpap: Syst. Frings  grēmələpap (Hasselt) Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodpop mikkenman: miekkema.n (Hasselt), Syst. Frings  mekəman (Hasselt), mikəman (Hasselt, ... ), venstermiek: vi.nstermiek (Hasselt), venstermieke: vi.nstermīēke (Hasselt), vensterpieke: vi.nsterpīēke (Hasselt) mannetje uit suikerbrood, beeldbrood van 15 à 20 cm lang, zonder uitgesproken geslachtskenmerken || mikkebeeldbrood || mikkebeeldbrood, het mannetje || mikkebeeldbrood, het vrouwtje || Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
brouwen brouwen: brø̄ǝ (Hasselt), brø̄ǝn (Hasselt), brø̜̄n (Hasselt), brø̜̄ǝn (Hasselt), brǫwǝ (Hasselt) Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.] II-2
brouwer brouwer: brø̄ǝr (Hasselt), brø̜̄ǝr (Hasselt), brǫwǝr (Hasselt), brǭ̝̞̞.r (Hasselt) De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.] II-2
brouwerij brouwerij: brø̜̄ǝrę̄ (Hasselt) De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.] II-2
brouwerswagen bierkar: bę.jǝrkār (Hasselt) Lange, smalle wagen waarop biervaten vervoerd worden. [monogr.] II-2