20710 |
broodje |
frans brood:
Syst. Frings Langwerpig (tek. zie vragenlijst)
frans˂bruət (Q002p Hasselt),
frans broodje:
Syst. Frings Langwerpig
frans˂ brītšə (Q002p Hasselt),
kadetje:
kadetšəs (Q002p Hasselt),
mastel:
mastél (Q002p Hasselt),
mestél (Q002p Hasselt),
picknick-jes:
Syst. Frings Rond (tek. zie vragenlijst). Deeg van pistolees.
piknikskəs (Q002p Hasselt),
pistolet:
pistelè (Q002p Hasselt),
Syst. Frings Bolvormig (tek. zie vragenlijst)
pestōleͅs (Q002p Hasselt),
Syst. Frings Meel + half water half melk (rond)
pistoͅleͅ (Q002p Hasselt),
Syst. Frings Rond
pistəlē (Q002p Hasselt),
Verklw. pistelééke
pisteléé (Q002p Hasselt),
pistoletje:
pistoͅleͅkəs (Q002p Hasselt),
sandwich:
Syst. Frings Langwerpig
santwiš (Q002p Hasselt),
Syst. Frings Melk + eieren + boter of wit vet (langwerpig)
santwiš (Q002p Hasselt),
sandwich-je:
Syst. Frings Rond (tek. zie vragenlijst)
zantwiškəs (Q002p Hasselt)
|
broodje, kadetje || klein, rond ca. 2 cm. dik broodje van taartedeeg, ofwel met een gat erdoor, ofwel met een vork doorprikt || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25655 |
broodkar |
broodkar:
brūǝtkār (Q002p Hasselt)
|
Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.]
II-1
|
19531 |
broodmes |
broodmes:
brūətmɛs (Q002p Hasselt),
o.
bruwətmɛs (Q002p Hasselt),
bruətmeͅs (Q002p Hasselt)
|
mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)]
III-2-1
|
25500 |
broodoven |
broodoven:
brūǝdøvǝ (Q002p Hasselt),
oven:
hø̄.vǝ (Q002p Hasselt),
ø̄vǝ (Q002p Hasselt)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
20670 |
broodpap |
broodpap:
Syst. Frings
bruətpap (Q002p Hasselt),
greumelenpap:
Syst. Frings
grēmələpap (Q002p Hasselt)
|
Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20706 |
broodpop |
mikkenman:
miekkema.n (Q002p Hasselt),
Syst. Frings
mekəman (Q002p Hasselt),
mikəman (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
venstermiek:
vi.nstermiek (Q002p Hasselt),
venstermieke:
vi.nstermīēke (Q002p Hasselt),
vensterpieke:
vi.nsterpīēke (Q002p Hasselt)
|
mannetje uit suikerbrood, beeldbrood van 15 à 20 cm lang, zonder uitgesproken geslachtskenmerken || mikkebeeldbrood || mikkebeeldbrood, het mannetje || mikkebeeldbrood, het vrouwtje || Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25657 |
brouwen |
brouwen:
brø̄ǝ (Q002p Hasselt),
brø̄ǝn (Q002p Hasselt),
brø̜̄n (Q002p Hasselt),
brø̜̄ǝn (Q002p Hasselt),
brǫwǝ (Q002p Hasselt)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|
25658 |
brouwer |
brouwer:
brø̄ǝr (Q002p Hasselt),
brø̜̄ǝr (Q002p Hasselt),
brǫwǝr (Q002p Hasselt),
brǭ̝̞̞.r (Q002p Hasselt)
|
De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.]
II-2
|
25659 |
brouwerij |
brouwerij:
brø̜̄ǝrę̄ (Q002p Hasselt)
|
De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.]
II-2
|
25660 |
brouwerswagen |
bierkar:
bę.jǝrkār (Q002p Hasselt)
|
Lange, smalle wagen waarop biervaten vervoerd worden. [monogr.]
II-2
|