22828 |
carnaval |
carnaval:
karnavá.l, kernevá.l (Q002p Hasselt)
|
Carnaval.
III-3-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
carnavalstoet:
karnava.lstouët (Q002p Hasselt),
Ss. sub carnaval.
karnavá.l-, kernevá.lstouët (Q002p Hasselt),
Sub stoet.
karnava.lstouët (Q002p Hasselt),
stoet:
stouët (Q002p Hasselt)
|
Carnavalstoet. || De carnavalstoet op halfvasten. || de optocht met carnaval [cavalcade] [N 112 (2006)] || Stoet.
III-3-2
|
33749 |
castreren |
omstaan:
ē̜mstøn (Q002p Hasselt),
pitsen:
petsǝ (Q002p Hasselt),
snijden:
snē̜n (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
snē̜ǝ (Q002p Hasselt),
snɛ̄i̯ǝ (Q002p Hasselt)
|
Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11, I-12, I-9
|
28448 |
cel |
cel:
cel (Q002p Hasselt)
|
Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56]
II-6
|
32895 |
cementen strekel |
streek:
[streek] (Q002p Hasselt)
|
Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82]
I-3
|
21451 |
cent |
soen:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə sūn (Q002p Hasselt)
|
cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21539 |
centiem |
halfje:
ps. omgespeld volgens Frings.
haləfkə (Q002p Hasselt),
halve cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
haləf seͅnt (Q002p Hasselt),
ən (h)aləf seͅnt (Q002p Hasselt),
ən aləf seͅnt (Q002p Hasselt)
|
koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19780 |
centrale verwarming |
chauffage (fr.):
sjefáásj (Q002p Hasselt),
Fr. chauffage
sjofáásj (Q002p Hasselt),
radiateur:
radii̯atø͂ͅr (Q002p Hasselt)
|
centrale verwarming || radiater
III-2-1
|
20837 |
cervelaatworst |
cervelas (fr.):
Fr. cervelas
cè.rrevela (Q002p Hasselt)
|
cervelaatworst
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
chagrĕng (Q002p Hasselt),
chagrinatie:
Chagrinatie (eigen afl. van shagrineren)
sjagrinna.se (Q002p Hasselt)
|
chagrijn [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|