e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hechtel

Overzicht

Gevonden: 2679
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevaarlijke kerel gevaarlijk: des ine gevaarlijke kèrel (Hechtel), des ne gevaarlijke kerel (Hechtel), des ’n gevaarlike kerel (Hechtel), dès ne gevaarleke kèrel (Hechtel) Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)] III-1-4
gevangenis bak: Van Dale: I. bak, 9. (gemeenz.) gevangenis, nor, arrestantenhok.  bak (Hechtel, ... ), prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  preson (Hechtel), prisōn (Hechtel) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevel faèade: fasāt (Hechtel), gevel: gēͅvəl (Hechtel) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] III-2-1
gevoelig (zijn) gevoelig: gevullig (Hechtel), week: wieêk (Hechtel), wieëk (Hechtel) mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)] III-1-1
gevoelloos (zijn) dood: dōêd (Hechtel), doof: doeif (Hechtel), doeëf (Hechtel) in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)] III-1-1
gewelf gewelf: gǝwølǝf (Hechtel), zolder: zǫldǝr (Hechtel) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewone spurrie spurrie: spø̜rǝx (Hechtel) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewricht scharnier: scharnieren (Hechtel) hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)] III-1-1
gezicht gezicht: blieek gezicht (Hechtel, ... ) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-1
gezicht (spotnamen) bakkes: bakkes (Hechtel), smoel: smoel (Hechtel) Spotbenamingen voor het gezicht [N 109 (2001)] III-1-1