e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hondenhok hondskooi: hoendjskooi (Heel), hŏnsjkoeej (Heel) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
honger hebben scherp zijn: hae is sjerp (Heel), snui hebben: hae het sjnui (Heel), sjnuij hubbe (Heel) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] || hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
honing honing: honeŋ (Heel) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd hoofd: huit (Heel), hŭit (Heel), Deftig  hŭid (Heel), kop: kop (Heel, ... ), köp (Heel) [N 10 (1961)]hoofd [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bolles: bolles (Heel), hoofdje: hötje (Heel), knikkerd: knikkert (Heel) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdaltaar groot altaar: groeet altjaor (Heel), hoogaltaar: hoeegaltjoar (Heel) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofddoek plag: plak (Heel) hoofddoek [SGV (1914)] III-1-3
hoofdkaas hoofdkaas: huidkies (Heel), huitkiees (Heel), hoofdvlees: huidvleis (Heel) hoofdkaas [DC 30 (1958)] || zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkussen hoofdkussen: høͅi̯tkøͅsə (Heel) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdpijn koppijn: koppien (Heel, ... ) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2