33622 |
mestvaalt |
mesthoop:
mèsthoup (L328p Heel),
aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019
mesthoup (L328p Heel),
mestkuil:
mèstkoel (L328p Heel),
mestmijt:
aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019
mestmiet (L328p Heel),
mèstmiet (L328p Heel)
|
[SGV (1914)]hoop droge mest,die bij of op de gierput wordt opgestapeld [DC 18 (1950)] || mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)]
I-7
|
23632 |
met de collecteschaal rondgaan |
met de schaal rondgaan:
met de sjaol rondjgaon (L328p Heel),
openschaalcollecte (zn.):
oeepe sjaolcollecte (L328p Heel)
|
Collecteren met de open schaal, met de schaal rondgaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
31862 |
met de draad mee schaven |
met de draad met schaven:
męt ˲dǝn drǭt męt šāvǝ (L328p Heel)
|
In de richting van de houtvezels schaven. [N 53, 114]
II-12
|
33863 |
met de poten dicht bijeen staan |
(te) eng staan:
eŋ štǭn (L328p Heel)
|
[N 8, 78a en 78b]
I-9
|
33862 |
met de poten te ver uit elkaar staan |
(te) wijd staan:
wīt štǭn (L328p Heel)
|
[N 8, 78b]
I-9
|
33176 |
met de schop poten, kuiltjes maken |
poten:
[poten] (L328p Heel)
|
Het poten met de hand, in tegenstelling tot het poten met de ploeg, bestaat eigenlijk uit drie handelingen: (a) het graven van een kuiltje met de schop ofwel het steken van een gat in de grond met de kruk; (b) het gooien van een pootaardappel in dat kuiltje; en (c) het weer dichtmaken van het gat. In de vragenlijst zijn de handelingen (a) en (b) apart afgevraagd; maar soms hebben de zegslieden toch met één algemene term geantwoord. Deze algemene termen voor poten staan achter in het lemma bijeen; voor de fonetische documentatie daarvan zij verwezen naar het lemma Poten. [N 12, 14 en 15; monogr.]
I-5
|
22341 |
met de vlakke hand op iemands rug slaan |
klatsen:
klatse (L328p Heel)
|
Met de vlakke hand op iemands rug slaan [batsen, doezen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33855 |
met de voorpoten harkend over de grond krabben |
dabben:
dabǝ (L328p Heel)
|
Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74]
I-9
|
22641 |
met een drijftol spelen |
doppen:
dobbe (L328p Heel),
konkernellen:
kōnkernelle (L328p Heel)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven]? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
22760 |
met een priktol spelen |
doppen:
dobbe (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed [een stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid]? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|