e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoefstal, noodstal noodstal: nutštal (Heer) Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] II-11
hoek (tussen twee lijnen) hoek: hook (Heer) hoek [SGV (1914)] III-4-4
hoektand oogtand: auchtand (Heer) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoepel reep: rēīp (Heer) hoepel [SGV (1914)] III-3-2
hoepelen repen: reipe (Heer, ... ), /  reipe (Heer) hoepelen [SGV (1914)], [SND (2006)] || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] III-3-2
hoest hoest: hoos (Heer) hoest [SGV (1914)] III-1-2
hom melk: Endepols  mellek (Heer) Hoe noemt u het voortplantignsvocht van mannelijke vissen (hom, melk, geiltje) [N 83 (1981)] III-4-2
hommel hommel: hommel (Heer), hómmel (Heer), Endepols  hommel (Heer) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel [DC 09 (1940)], [SGV (1914)] III-4-2
hond hond: hónd (Heer) hond [SGV (1914)] III-2-1
hondenhok hondskouw: hondskou (Heer) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1