e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jood jood: joed (Heer, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  Judas (Heer) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw juffrouw: jŭffrouw (Heer), jungfer (du.): (is oude benaming).  jómfer (Heer), mamzel (<fr.): (is oude benaming).  mamzĕl (Heer) juffer [SGV (1914)] III-3-1
kaam kaam/kamen: kø̜̄m (Heer) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krapjes: krèpkes (Heer) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaars kaars: kīərts (Heer) kaars [RND] III-2-1
kaarten (ww.) kaarten: ka:rtə (Heer) kaarten [RND] III-3-2
kaas kaas: kies (Heer), kĭĕs (Heer) kaas [RND], [SGV (1914)] III-2-3
kaasjeskruid kaaskruid: kèskruid (Heer, ... ), kɛskrø̜i̯t (Heer) kaasjeskruid, groot || Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.] I-5, III-4-3
kaatsen kaatselen: koͅ.tsələ (Heer) kaatsen [RND] III-3-2