18939 |
gereed |
af:
ààf (Q113p Heerlen),
gereed:
gereed (Q113p Heerlen),
greet (Q113p Heerlen),
klaar:
kloar (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen),
klòər (Q113p Heerlen),
vaardig:
veejdig (Q113p Heerlen),
veëdig (Q113p Heerlen),
vêêdich (Q113p Heerlen),
vêêdig (Q113p Heerlen),
(vaardig).
vädig (Q113p Heerlen)
|
gereed || gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)] || klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] || vaardig, gereed, klaar
III-1-4
|
26729 |
gereedschap |
gereedschap:
gǝrētšap (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
geschier:
gǝšiǝr (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
getuig:
gǝtȳx (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Eisden])
|
Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.]
II-5
|
28147 |
gereedschap inleveren |
[gereedschap] inleveren:
eliǝvǝrǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia]),
enliǝvǝrǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724]
II-5
|
25468 |
gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt |
plankje:
plɛŋškǝ (Q113p Heerlen)
|
Behalve de voorafgenoemde gereedschappen ''mes'', ''lepel'', ''balein'' en ''(haar)speld'' (zie de desbetreffende lemmata) gebruikt men nog verschillende andere middelen om de darmen schoon te maken. In ieder geval moeten de voorwerpen bot zijn, omdat een scherp gereedschap de darm gemakkelijk zal beschadigen. [N 28, 118]
II-1
|
25591 |
gereedschap waarmee men invet |
borstel:
bøštǝl (Q113p Heerlen),
lap:
lap (Q113p Heerlen)
|
De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b]
II-1
|
27322 |
gereedschapskist |
geschierkist:
[geschier]kes (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
getuigkist:
[getuig]kes (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia])
|
Kist waarin de mijnwerker zijn materiaal kan opbergen. De "geschierkist" (Q 21) werd op de mijn Maurits gebruikt door de post-stutter. Een gereedschapskist in een pijler werd daar "pinnenkist" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 704; monogr.]
II-5
|
28146 |
gereedschapsmagazijn |
geschierboede:
gǝšiǝrbuwt (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
geschiermagazijn:
gǝšiǝrmagǝzīn (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
getuigboede:
gǝtȳxbūt (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia])
|
Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727]
II-5
|
28150 |
gereedschapsring |
geschierbeugel:
[geschier]bygǝl (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
geschierhaak:
[geschier]hǫǝk (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
geschierpin:
[geschier]pen (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Wilhelmina]),
getuighaak:
[getuig]hoak (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Eisden]),
getuigpin:
[getuig]pen (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
getuigring:
[getuig]reŋ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale])
|
Grote metalen ring waaraan het gereedschap dat voorzien is van een gat, kan worden geregen. De gereedschapsring kan met behulp van een hangslot worden afgesloten en wordt uitsluitend in pijlers gebruikt. Volgens invullers uit Q 121 en Q 121c was de "getuigpin" voorzien van een plaatje met daarop het nummer van de mijnwerker. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 763; monogr.]
II-5
|
28148 |
gereedschapswerkplaats |
geschierwerkplaats:
gǝšiǝrwerkplātš (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
magazijn:
magǝzīn (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Julia]),
werkplaats:
węrkplātš (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Bovengrondse werkplaats waar gereedschap wordt hersteld. [N 95, 728]
II-5
|
29055 |
geren |
geren:
gīrǝ (Q113p Heerlen)
|
Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10]
II-7
|