22658 |
toneelspel |
toneel:
1. Zie ook: buun.
tonieël (Q113p Heerlen),
uitvoering:
ūtv"reŋ (Q113p Heerlen)
|
1. Podium; 2. Toneel. || Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
tonen:
teunə (Q113p Heerlen),
toene (Q113p Heerlen),
zeigen (du.):
tseegə (Q113p Heerlen)
|
tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
schoorsteentong:
šoarsštētoŋ (Q113p Heerlen),
tong:
tong (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen),
toŋ (Q113p Heerlen)
|
De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] || tong [DC 01 (1931)]
II-9, III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tóng (Q113p Heerlen)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
30128 |
tongewelf |
rond gewelf:
roŋk ˲gǝwɛlǝf (Q113p Heerlen),
tongewelf:
tongewelf (Q113p Heerlen)
|
Gewelf waarvan de dwarsdoorsnede een halve cirkel of een ellips is. [N 32, 22b]
II-9
|
21382 |
toonbank |
teek:
Van Dale: III. teek, (gew.) tapkast.
tie͂k (Q113p Heerlen),
tîek (Q113p Heerlen)
|
de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] || toonbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
30584 |
torengoud |
torengoud:
tūrǝgōt (Q113p Heerlen)
|
Bladgoud zoals dat bijvoorbeeld voor het vergulden van de haan van de kerktoren wordt gebruikt. Het is volgens de invuller uit L 267 dikker in doorsnede dan normaal bladgoud. [N 67, 11c]
II-9
|
29108 |
tornen |
loshalen:
loshoalǝ (Q113p Heerlen),
lossnijden:
losšni-jǝ (Q113p Heerlen),
losvamen:
losvęǝmǝ (Q113p Heerlen)
|
De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38]
II-7
|
28362 |
torpedo |
torpedo:
torpedo (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Het gewicht dat, nadat de remschijftransporteur is verplaatst, door de leidpijp naar beneden wordt gelaten. Wanneer de torpedo beneden is aangekomen, wordt de transportketting eraan vastgemaakt en het geheel kan dan door de machine naar boven worden getrokken. [N 95, 666]
II-5
|
22025 |
tortelduif |
tortel:
tôôtel (Q113p Heerlen),
lange oo
tôttel (Q113p Heerlen),
tortelduif:
totteldoef (Q113p Heerlen),
tortelduif
totteldoef (Q113p Heerlen)
|
tortel (28 bekende zomervogel; slank en lichtbruin; nestje meestal in hoge struiken; roep [toerrrrr, toerrrrr] [N 09 (1961)] || tortelduif || Tortelduif.
III-3-2, III-4-1
|