e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hiel hak: hak (Heerlerheide), vers: de vaesj (van ei zuk) (Heerlerheide), vaesj (Heerlerheide), veers (Heerlerheide), väeš (Heerlerheide), vêêsj (Heerlerheide) hak (hiel) [DC 01 (1931)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)] III-1-1
hielpand achterdeel: axtǝrdę̄l (Heerlerheide) Het gedeelte van het boventuig dat de achterkant van de voet, het achterste deel van de zijkant van de voet en de bovenkant van de wreef bedekt. Zie afb. 18. [N 60, 17; N 60, 28] II-10
hielpand [wld ii.10, p. 24] onderdeel: ongerdeel (Heerlerheide) Hoe noemt u het gedeelte van de schoen dat afgebeeld is op tek. 17? (hiel) [N 60 (1973)] III-1-3
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn vader: hè aart noa siene vader (Heerlerheide) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)] III-2-2
hik hik: der hik (Heerlerheide), dər hik (Heerlerheide), hik (Heerlerheide) hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)] III-1-2
hinkelblokje hiksteen: hiksteen (Heerlerheide), hinkelblok: stukje steen of tegel  hinkelblok (Heerlerheide), hinkelscherf: hinkelscherf (Heerlerheide), hinkelsteen: meest gebruikelijke benaming  hinkelsteen (Heerlerheide), scherf: schjerf (Heerlerheide), steen: schtein (Heerlerheide) hinkelblokje [VC 10] III-3-2
hinkelen hikken: hikken (Heerlerheide), hinkelen: hinkele (Heerlerheide), hinkelen (Heerlerheide) hinkelspel [VC 10] III-3-2
hinniken hinniken: henǝkǝ (Heerlerheide), hommeren: humǝrǝ (Heerlerheide) Het hoge keelgeluid dat een paard maakt. De klanknabootsende werkwoorden hummeren, himmeren en hommeren vertonen dezelfde klankwisseling als ruchelen, richelen en rochelen. [JG 1b, 2c; L B2, 291; L 22, 21; N 8, 47 en 65; S 5; Wi 57] I-9
hoed (alg.) hoed: hood (Heerlerheide), hoot (Heerlerheide) hoed in het algemeen [doets, bikkel] [N 25 (1964)] III-1-3
hoeden van koeien hoeden: hø̄jǝ (Heerlerheide), hø̜̄jǝ (Heerlerheide) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11