17776 |
hiel |
hak:
hak (Q112a Heerlerheide),
vers:
de vaesj (van ei zuk) (Q112a Heerlerheide),
vaesj (Q112a Heerlerheide),
veers (Q112a Heerlerheide),
väeš (Q112a Heerlerheide),
vêêsj (Q112a Heerlerheide)
|
hak (hiel) [DC 01 (1931)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)]
III-1-1
|
30917 |
hielpand |
achterdeel:
axtǝrdę̄l (Q112a Heerlerheide)
|
Het gedeelte van het boventuig dat de achterkant van de voet, het achterste deel van de zijkant van de voet en de bovenkant van de wreef bedekt. Zie afb. 18. [N 60, 17; N 60, 28]
II-10
|
18437 |
hielpand [wld ii.10, p. 24] |
onderdeel:
ongerdeel (Q112a Heerlerheide)
|
Hoe noemt u het gedeelte van de schoen dat afgebeeld is op tek. 17? (hiel) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
20329 |
hij aardt naar zijn vader |
hij aardt naar zijn vader:
hè aart noa siene vader (Q112a Heerlerheide)
|
naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)]
III-2-2
|
18029 |
hik |
hik:
der hik (Q112a Heerlerheide),
dər hik (Q112a Heerlerheide),
hik (Q112a Heerlerheide)
|
hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22777 |
hinkelblokje |
hiksteen:
hiksteen (Q112a Heerlerheide),
hinkelblok:
stukje steen of tegel
hinkelblok (Q112a Heerlerheide),
hinkelscherf:
hinkelscherf (Q112a Heerlerheide),
hinkelsteen:
meest gebruikelijke benaming
hinkelsteen (Q112a Heerlerheide),
scherf:
schjerf (Q112a Heerlerheide),
steen:
schtein (Q112a Heerlerheide)
|
hinkelblokje [VC 10]
III-3-2
|
22774 |
hinkelen |
hikken:
hikken (Q112a Heerlerheide),
hinkelen:
hinkele (Q112a Heerlerheide),
hinkelen (Q112a Heerlerheide)
|
hinkelspel [VC 10]
III-3-2
|
33839 |
hinniken |
hinniken:
henǝkǝ (Q112a Heerlerheide),
hommeren:
humǝrǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Het hoge keelgeluid dat een paard maakt. De klanknabootsende werkwoorden hummeren, himmeren en hommeren vertonen dezelfde klankwisseling als ruchelen, richelen en rochelen. [JG 1b, 2c; L B2, 291; L 22, 21; N 8, 47 en 65; S 5; Wi 57]
I-9
|
18191 |
hoed (alg.) |
hoed:
hood (Q112a Heerlerheide),
hoot (Q112a Heerlerheide)
|
hoed in het algemeen [doets, bikkel] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
34212 |
hoeden van koeien |
hoeden:
hø̄jǝ (Q112a Heerlerheide),
hø̜̄jǝ (Q112a Heerlerheide)
|
[N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.]
I-11
|