e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vensterluiken blaffeturen: pl(afǝtyr (Heers), plafǝtȳrǝ (Heers), plāfǝtȳrǝ (Heers) Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.] II-9
verbergen vortsteken: foet sti-jeken (Heers) verbergen [ZND 25 (1937)] III-1-2
verf verf: vɛrǝf (Heers) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verfrommelen verfrommelen: verfroemələ (Heers), vərfrumələ (Heers) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-1-2
verhogen opslaan: ps. omgespeld volgens IPA.  ōͅp’sløn (Heers) verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkillen verkillen: vərkillə (Heers) killen (ongevoelig worden van de koude) [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
verkouden verkoud: ich be:n verkaat (Heers), ich bɛn vərkat (Heers) ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] III-1-2
verkoudheid kou: djiejə goət əne kaa pakke (Heers), dziə goət ənə ka pa.kə (Heers), ich hep əne kaa gepak (Heers) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] III-1-2
verkwanselen vergooien: ps. omgespeld volgens IPA.  vər’goi̯ə (Heers) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen afbieden: ps. omgespeld volgens IPA.  ōͅf’bīə (Heers), afslaan: ps. omgespeld volgens IPA.  ōͅf’sløn (Heers) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1