e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ogenblikje, korte tijd, eventjes beetje: bietjə (Heers), bitšə (Heers) even [ZND 34 (1940)] III-4-4
oksaal oksaal: eunen skonnen oksoeël be eunen nowen eulger (Heers), oksaol (Heers) Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)] || Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omheinde wei afgezette wei: oǝfgǝzatǝ węi̯ (Heers) Een met prikkeldraad of anderszins afgemaakte wei. Een groot aantal opgaven was wei. Deze opgaven zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. Voor de fonetische documentatie van wei zie men lemma 1.3.6 ɛweiɛ.' [N M, 4b; L 32, 45; monogr.] I-8
omheining van het kerkhof kerkhofmuur: kerekhofmoer (Heers) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3
omhulsel van het teellid sluis: slǫu̯s (Heers) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslagdoek (alg.) neusdoek: neusdoek (Heers) Doek, die om de schouders wordt geslagen (fr. châle). [ZND 05 (1924)] III-1-3
omzetten draaien: drɛ̄ǝ (Heers) Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c] I-4
onbewolkt klaar: klie-er (Heers) klaar, helder [ZND 19A (1936)] III-4-4
onderhemd hemd: himə (Heers) hemd, hemden (mv.) [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
onderkussen, peluw hoofdpeluw: hø&#x0304pəleŋ (Heers), høͅi̯pəleŋ (Heers) een hoofdpeluw (langwerpig kussen) [ZND B1 (1940sq)] || het langwerpig kussen dat op de matras en onder het eigenlijke hoofdkussen ligt (Fr. traversin) [ZND 27 (1938)] III-2-1