19092 |
gevaarlijk |
periculeus:
bə vyr speələ ɛs prɛkəlous (P197p Heers)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
19093 |
gevaarlijke kerel |
gevaarlijk:
da nə gəvoərlɛkə kɛərəl (P197p Heers),
periculeus:
prɛkəlouze kadɛi (P197p Heers)
|
Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
23899 |
gevallen engelen |
gevallen engelen:
gevallen engelen (P197p Heers)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21322 |
gevangenis |
cachot (<fr.):
Van Dale: cachot (<Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.
kaschot (P197p Heers),
kot:
Van Dale: kot, 4. gevangenis.
kot (P197p Heers)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
19743 |
gevel |
faèade:
fasat (P197p Heers),
hoofdwand:
hōi̯want (P197p Heers)
|
een schoone gevel [ZND 35 (1941)]
III-2-1
|
17808 |
geven |
geven:
giəvə (P197p Heers)
|
geven [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
nog voelen:
ich vuul het nog (P197p Heers),
week:
week (P197p Heers)
|
mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
17740 |
gevoelloos (zijn) |
doof:
doof (P197p Heers, ...
P197p Heers)
|
in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)]
III-1-1
|
24003 |
gevormd worden |
gevormd worden:
gevermd joane (P197p Heers)
|
Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gewelf (P197p Heers),
plafond:
plafǫn (P197p Heers)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] || Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)]
II-9, III-3-3
|