e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q094p plaats=Hees

Overzicht

Gevonden: 1269
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong van een dier jong: joŋk (Hees) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong varken bag: bax (Hees), kuusje: kyškǝ (Hees) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge kip pul: pɛl (Hees) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jood jood: eene juud, twee juden (Hees, ... ), ene juut, twee jude (Hees, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3
judas judas: zjudas (Hees), éne judas (Hees), ’n judas (Hees) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3
juffrouw juffrouw: joeffraw (Hees), joefrauw (Hees) juffrouw [ZND 27 (1938)] III-3-1
kaak kaak: kōͅk (Hees), kinnebak: kinnebak (Hees) een kaak (Fr. joue) [ZND A2 (1940sq)] || kaak [N 10b (1961)] III-1-1
kaakbeen(rand) kinnebak: kinnebak (Hees) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd door zijn haar uitgewassen: dwor z`n hōr y(3)̄tgewassə (Hees) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaal duivenjong kak: kàch (Hees) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2