e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lage, natte zandgrond zomp: zomp (Heijen), zure grond: zūrǝ grōnt (Heijen) [N 27, 35; R 3, 5] I-8
lagerkussen lagerkussen: lāgǝrkøsǝ (Heijen) In het algemeen een metalen blok waarin de as van een tandrad, vliegwiel, etc. rust en ronddraait. [N 33, 246] II-11
lam lam: lam (Heijen), lām (Heijen), lammetje: lɛmkǝ (Heijen), schaapje: sxø̜pkǝ (Heijen), schaapslam: sxǭpslām (Heijen) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammetjespap lammetjespap: lɛmkəspap (Heijen), lɛməkəspap (Heijen) lammetjespap, boekweitpap voor jonge kinderen III-2-3
lamp lamp: lāmp (Heijen, ... ), tondelpot: tōntəlpoͅt (Heijen) lamp [SGV (1914)] III-2-1
lampenpit lampenpit: lāmpəpet (Heijen) lampepit [SGV (1914)] III-2-1
landrol welboom: wɛlbǫm (Heijen) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek streep: striep (Heijen) streek (in deze ~) [SGV (1914)] III-4-4
langzaam, traag langzaam: langzaam (Heijen) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] III-4-4
lantaarn lantaarn: lantɛr (Heijen), lantɛrn (Heijen), lucht: løxt (Heijen) lantaarn || lantaarn, lamp III-2-1