25343 |
slachtklaar |
vaardig:
vɛrex (L165p Heijen)
|
Bij het lezen van dit lemma moet men beseffen dat het begrip "slachtklaar" door de respondenten verschillend opgevat kan zijn. De betekenis kan zijn "vet genoeg om geslacht te worden" of "gereed staande voor de slachter of het slachthuis". [N 3a, 78]
II-1
|
34049 |
slachtrijp |
vaardig:
vɛrex (L165p Heijen)
|
Vet genoeg om geslacht te worden, gezegd van het mestkalf. [N 3A, 78]
I-11
|
17871 |
slag |
slag:
slag (L165p Heijen),
slääg (L165p Heijen)
|
slag, klap, stomp [SGV (1914)] || slagen (mv) [SGV (1914)]
III-1-2
|
26186 |
slaglijnen |
slaglijnen:
slaglijnen (L165p Heijen)
|
De drie of vier touwen waarmee de zeilen in gedeeltelijk opgerolde toestand worden vastgelegd. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛkoordjeɛ, ɛhalflijnɛ en ɛstroomlijnɛ.' [N O, 5f; N O, 5e; N O, 5j; N O, 5b; A 42A, 70; A 42A, 71]
II-3
|
31561 |
slagstempel |
slagcijfer:
slaxsīfǝr (L165p Heijen),
slagletter:
slaxlętǝr (L165p Heijen)
|
Stalen staafje van ongeveer 10 cm lengte met aan de onderzijde een cijfer of letter. De slagstempel wordt gebruikt om opschriften of cijfers in metalen voorwerpen te slaan. [N 33, 268a-b]
II-11
|
24375 |
slak |
slak:
slèk (L165p Heijen, ...
L165p Heijen),
slék (L165p Heijen)
|
slak [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)]
III-4-2
|
24377 |
slakkenhuis |
slakkenhuisje:
slèkkenhuuske (L165p Heijen)
|
slakkenhuisje [SGV (1914)]
III-4-2
|
24378 |
slang |
slang:
slang (L165p Heijen)
|
slang
III-4-2
|
20647 |
slappe koffie |
loerie:
luri (L165p Heijen),
moekkefoek:
mukəfuk (L165p Heijen),
poelie:
puli (L165p Heijen),
schotelenwater:
sxotələwōͅtər (L165p Heijen),
schotelwater:
sxotəlwōͅtər (L165p Heijen),
schuddekul:
sxødəkøl (L165p Heijen)
|
slappe koffie || slappe koffie van gebrande gerst
III-2-3
|
18946 |
slecht mens, slechte kerel |
pennensnijder/pinnensnijder?:
Da zien al pinnesnïjjers die dor woone (slecht volk)
pinnesnïjjer (L165p Heijen)
|
slechterik, slecht mens
III-1-4
|