33594 |
tomaat |
tomaat:
tomat (L413p Helchteren)
|
[ZND 34 (1940)]
I-7
|
17620 |
tong |
tong:
z`n tong is aangelaajen (L413p Helchteren)
|
Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)]
III-1-1
|
24256 |
torenvalk |
valk:
vālk (L413p Helchteren)
|
valk [Willems (1885)]
III-4-1
|
22025 |
tortelduif |
tortelduif:
toͅrtəldòwf (L413p Helchteren)
|
Een tortelduif. [ZND A1 (1940sq)]
III-3-2
|
19378 |
trap |
trap:
trap (L413p Helchteren)
|
trap [ZND A2 (1940sq)]
III-2-1
|
19809 |
trapleuning |
leun:
lø̄n (L413p Helchteren),
leuning:
lø̄neŋ (L413p Helchteren),
trapleun:
traplø̄n (L413p Helchteren)
|
Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.]
II-9
|
19292 |
treiteren |
treiteren:
treiteren (L413p Helchteren)
|
Hoe zegt men "iemand plagen, tergen, kreten"? [ZND 36 (1941)]
III-1-4
|
20485 |
trek, eetlust |
eet:
eit (hè is van zen eit aaf) (L413p Helchteren),
honger:
honger (L413p Helchteren)
|
hij heeft geen eetlust meer [ZND 34 (1940)] || hij heeft geen honger meer [ZND 44 (1946)]
III-2-3
|
33955 |
trekhaken, -ogen |
beugels:
beugels (L413p Helchteren),
haamhaken:
hāmhē̜k (L413p Helchteren),
haamogen:
%%enkelvoud%%
hāmūx (L413p Helchteren),
ogen:
ūgǝ (L413p Helchteren),
trekogen:
trękuǝgǝ (L413p Helchteren)
|
IJzeren haken of ogen die aan de voorkant van het haam aan de haamijzers of treiten bevestigd zijn, op elke haamspaan een. Aan die haken of ogen worden de strengen bevestigd waarmee het paard trekt. Er zijn hamen met ogen, dan hebben de strengen aan het uiteinde haken, heeft het haam daarentegen haken, dan zijn de strengen aan het uiteinde van ogen voorzien. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 6a en 6b; N 36, 12]
I-10
|
22743 |
trekharmonica |
monica:
moneka (L413p Helchteren)
|
Hoe heet het populaire muziekinstrument, dat uit een vierkante blaasbalg bestaat, die met beide handen wordt ineengedrukt of uitgetrokken, terwijl de vingers toesten neerdrukken? [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|