19597 |
vergiet |
zijbaar:
zeiboar (Q187a Heugem)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
20533 |
verhitten |
opwarmen:
òpwérmə (Q187a Heugem)
|
verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
opsjlaon (Q187a Heugem)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34171 |
verkeerd liggen |
in een wrong liggen:
in een wrong liggen (Q187a Heugem)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18002 |
verkleumd |
verkleumd:
verklumd (Q187a Heugem)
|
verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21685 |
verkwanselen |
verkwisten:
verkwiste (Q187a Heugem)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21659 |
verlagen |
afslaan:
aofsjlaon (Q187a Heugem)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19038 |
verlegen |
beschaamd:
besjeimp (Q187a Heugem),
schouw:
sjoe: (Q187a Heugem),
sjou (Q187a Heugem)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
34165 |
verlopen |
verlopen:
vǝrlopǝ (Q187a Heugem)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
23374 |
verpachte banken |
verpachte plaatsen:
verpachte plaotse (Q187a Heugem)
|
De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|