e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijf centiem knabje: n knepke (Heusden) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwart: kwoart (Heusden) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijver wijer: węjǝr (Heusden) Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8
vinger vinger: viŋər (Heusden) vinger [RND] III-1-1
vingerlid lid: lëet van ne vinger (Heusden) lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
vink botvink: botfeenk (Heusden), botfink (Heusden), vink: vink (Heusden) vink [ZND 43 (1943)] III-4-1
viooltje fletje: vletteke (Heusden) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
vishengel visgarde: visgeer (Heusden) Het vistuig bestaande uit een lange houten of rieten stok; aan het uiteinde is een snoer bevestigd waaraan een verschuifbare dobber zit en aan het einde een haakje [hengelgarde, topgaarde, geert, garde, lijn, roede, visgeert, vislijn, visroede]. [N 88 (1982)] III-3-2
vlaai vlaai: met toelichting van de bereidingswijze; (appel-, proumen-, er-, (naar wat erop zit) en ook nog kook-)  vloaj (Heusden) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] III-2-3
vlaams vlaams: hiè kan vlaams (Heusden), vlaams (Heusden) Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || vlaams [ZND 23 (1937)] III-3-1