e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heusden

Overzicht

Gevonden: 1890
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong dat pas kan vliegen vlug jong: vløͅch jo.ŋk (Heusden) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: dyvəlshō̝ər (Heusden), stoppelen: stoͅpəls (Heusden) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje vogeltje: mv.  veugelkes (Heusden, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong van een dier jong: joŋk (Heusden) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong varken bag: báx (Heusden), baggen (mv.): bage (Heusden), bigje: bexskǝ (Heusden) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans jonge gans: jōŋ gans (Heusden) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Heusden) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen boonstaak: cf. VD s.v. "boonstaak"en s.v. "bonestaak, boonstaak  boenstaok (Heusden), grote: groete (Heusden), jongetje: cf. VD s.v. "jonkske  jungske (Heusden), lange: langhe (Heusden), zwiep: cf. Vd s.v. "II zwiep"1. lange, magere persoon  zwiep (Heusden) grote (opgeschoten) jongen [ZND 11 (1925)] || jongen [ZND 11 (1925)] III-2-2
jood jood: n joed, twie joeden (Heusden, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3
judas judas: ’n Judas (Heusden) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3