e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoensbroek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange broek boks: boks (Hoensbroek), broek: brook (Hoensbroek), lange broek: lang brook (Hoensbroek, ... ), pantalon (fr.): pantalon (Hoensbroek) pantalon, lange broek [N 23 (1964)] III-1-3
lange dunne boom dunne boom: ideosyncr. (verschrijving voor dunne ?)  eine dunne baum (Hoensbroek), vits: een viets (Hoensbroek) Een lange dunne boom (zwiemel). [N 82 (1981)] III-4-3
lange dunne tak gard: een geert (Hoensbroek), zwieper: ideosyncr.  zwieper (Hoensbroek) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange kleurige herenkous hoos: hoaze (Hoensbroek), hoāze (Hoensbroek), kniehoos: knijhoaze (Hoensbroek), lange hoos: lang haoze (Hoensbroek), sok: zökke (Hoensbroek) mannenkousen, lange kleurige ~ (vero) [hooze] [N 24 (1964)] III-1-3
lange onderbroek? lange onderbroek: lang oongerbrook (Hoensbroek), lang ungerbrook (Hoensbroek), lang òngerbrook (Hoensbroek), lang ôngerbrook (Hoensbroek), onderbroek: ongerbrook (Hoensbroek) onderbroek, lange ~ [N 25 (1964)] III-1-3
lange overjas jas: jas (Hoensbroek), lange overjas: lange üüverjas (Hoensbroek), mantel: mantel (Hoensbroek) jas, lange zwarte (over)~ [pergeerjas, -keel, flankert] [N 23 (1964)] III-1-3
lange smalle broekzak broekenschede: brookesjei (Hoensbroek), maattas: b.v. voor maat van een timmerman  maottesj (Hoensbroek) zak, lange smalle ~ buiten op de rechter broekspijp waarin een lang mes e.d. wordt weggestoken [bokseschej] [N 23 (1964)] III-1-3
lange tijd toer: toer (Hoensbroek), toër (Hoensbroek) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4
langpootmug snijder: inne sjnieder (Hoensbroek) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] III-4-2
langwerpige hoeve langhuis: laŋkhūs (Hoensbroek) Het boerderijtype waarbij het bouwwerk één geheel vormt; woonhuis, stallen en schuur zijn achter elkaar geplaatst onder één langwerpig dak. Navraag naar verschil in boerderijbenaming, wanneer de grote deeldeuren in de korte of achtergevel dan wel in de lange zijgevel zijn geplaatst, leverde slechts in drie plaatsen een positief antwoord op. Zie onder de typen gevelhuis en schuurhuis. Waar de opgave identiek is met de naam voor de boerderij in het algemeen (zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1), ook voor de fonetische documentatie van deze opgaven), is doorgaans aangegeven dat dit het enig voorkomende type is en derhalve geen specifieke naam heeft. De betreffende opgaven zijn wel bij de lemmata 1.2.1 - 1.2.6 opgenomen en staan telkens vooraan in het lemma. Bij het type langhuis is niet goed uit te maken of het om een woordgroep dan wel om een samenstelling gaat. Slechts een enkele keer is het woordaccent aangegeven; dan staat het op de eerste lettergreep. Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 2. [N 4A, 1a en 2a] I-6