21438 |
toeslag |
opgeld:
opgeld (Q039p Hoensbroek),
toeslag:
toeslaag (Q039p Hoensbroek, ...
Q039p Hoensbroek)
|
het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19261 |
toestemming |
permissie:
permissie (Q039p Hoensbroek),
toestemming:
toestumming (Q039p Hoensbroek)
|
goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19663 |
toilet |
bestekamer:
beͅtstəkāmər (Q039p Hoensbroek),
huisje:
hyskə (Q039p Hoensbroek)
|
wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
21215 |
tolboom |
barrier (<fr.):
breer (Q039p Hoensbroek)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25267 |
ton, maat van 1000 liter |
ton:
ton (Q039p Hoensbroek)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19583 |
tondel |
zwam:
sjwām (Q039p Hoensbroek)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19542 |
tondeldoos |
vuurslag:
vuursjlaag (Q039p Hoensbroek)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
22658 |
toneelspel |
spel:
spel (Q039p Hoensbroek)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17620 |
tong |
tong:
tŏŏng (Q039p Hoensbroek),
tøŋ (Q039p Hoensbroek)
|
De gemetselde afscheiding tussen twee rookkanalen in een schoorsteen. De term 'wang' (L 270) wordt doorgaans gebruikt voor de zijmuren van een uitgebouwd rook- en/of wasemkanaal. [N 32, 25c; monogr.] || tong [DC 01 (1931)]
II-9, III-1-1
|
18231 |
tong van een schoen |
tong:
tông (Q039p Hoensbroek)
|
een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)]
III-1-3
|