e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hoepertingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
puistjes brobbels: broebels (Hoepertingen) Puistjes (bobbels, broebels, bulten). [N 109 (2001)] III-1-2
pullover wambuis: wa:məs (Hoepertingen) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
punt van het blad van de zeis bek: bęk (Hoepertingen) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
pupil kindje: het kientje van oer oog (Hoepertingen) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt (pupil, kijker, oogappel). [N 106 (2001)] III-1-1
purper violet: Opm. de flette kleur.  flet (Hoepertingen) Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)] III-3-3
putemmer puttob: pøtoͅp (Hoepertingen) [N 12 (1961)] I-7
putgalg gaffel: gaffel (Hoepertingen) [N 12 (1961)] I-7
puthaak putgard: pøtgi̯aət (Hoepertingen), putstaak: pøtstoək (Hoepertingen) [N 12 (1961)] I-7
raadsel(tje) raadsel(tje): e roewtsel (Hoepertingen) Een raadsel. [ZND 06 (1924)] III-3-2
raam venster: vī ̞.jnstǝr (Hoepertingen  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9