21718 |
gemeentebelasting |
gemeentecontributie:
gemeentekontrebūsse (Q077p Hoeselt)
|
de belasting die slechts voor één gemeente of stad geldt [octrooi, binnenboek, gemeentelasten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21494 |
gemeentehuis |
gemeentehuis:
gemeente hous (Q077p Hoeselt),
gementehaus (Q077p Hoeselt)
|
gemeentehuis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sikketoares (Q077p Hoeselt)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
kwaad wijf:
das e koud wijf (Q077p Hoeselt),
serpent:
t ees e serpent (Q077p Hoeselt),
venijn:
venijn (Q077p Hoeselt)
|
Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || een vrouw met een slecht en gemeen karakter [venijn] [N 85 (1981)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
18814 |
gemoed |
gemoed:
gemoet (Q077p Hoeselt)
|
het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18165 |
genezen |
beter:
bêter (Q077p Hoeselt),
genezen:
genêze (Q077p Hoeselt)
|
Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18817 |
genoegen (doen) |
plezier:
plezier (Q077p Hoeselt)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34057 |
geprimeerde stier |
prijsduur:
pręi̯.s˱dȳǝr (Q077p Hoeselt)
|
Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b]
I-11
|
18939 |
gereed |
vaardig:
vjerrech (Q077p Hoeselt)
|
klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25066 |
gering aantal, een paar |
enige:
éndegge (Q077p Hoeselt),
paar:
poar (Q077p Hoeselt)
|
een gering aantal [paar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|