20380 |
jongen met wie men verloofd is |
verloofde:
verloofde (Q077p Hoeselt)
|
verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
jongensvareusetje (<fr):
joͅŋəsvrøskə (Q077p Hoeselt)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18737 |
jongenshemd? |
onderlijfje:
onnerlèfke (Q077p Hoeselt)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18735 |
jongensonderbroek? |
jongensonderbroek:
jongesonnerbroek (Q077p Hoeselt)
|
Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18733 |
jongensondergoed? |
jongensondergoed:
jongesonnergōēd (Q077p Hoeselt)
|
Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
21335 |
jood |
jood:
een jhood, twee jhoden (Q077p Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt)
|
Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)]
III-3-1, III-3-3
|
23211 |
judas |
judas:
ne judas (Q077p Hoeselt),
zjudas (Q077p Hoeselt)
|
Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)]
III-3-3
|
21336 |
juffrouw |
juffrouw:
juffroo (Q077p Hoeselt),
juffrô (Q077p Hoeselt)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffrouw [ZND 27 (1938)]
III-3-1
|
18707 |
jumper |
golf:
y(3)oləf (Q077p Hoeselt)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
het kleed van anna eͅs vjigel langer as dat van mieke (Q077p Hoeselt),
kleed (Q077p Hoeselt)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|