e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Horn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoofd hoofd: huit (Horn, ... ), kop: kop (Horn), köp (Horn) [N 10 (1961)]hoofd [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bol: ból (Horn), kolleraab: i.e. kletskop  kolleraab (Horn) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoofdaltjoar (Horn) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofdbord schutbred: šø̜t˱brę.t (Horn) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofddoek plag: plak (Horn), plaggetje: plekske (Horn) hoofddoek [SGV (1914)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdgisting hoofdgisting: hoofdgisting (Horn) De eerste en belangrijkste fase van de gisting (Claessen, pag. 3. 47). [N 35, 68; monogr.] II-2
hoofdkaas hoofdvlees: huidvlees (Horn) zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3
hoofdkussen hoofdkussen: høͅi̯tkøͅsə (Horn) hoofdkussen [SGV (1914)] III-2-1
hoofdluis bijtertje: eigen spellingsysteem kinderwoord  bíeterkes (Horn), luis: eigen spellingsysteem  loes (Horn), eigen spellingsysteem Additie bij vraag 12a e.v.: Uitdrukking: Ze "willen je luizen in de pels poten = ze willen je achterdochtig maken  die wille dich luus inne pels paote (Horn), eigen spellingsysteem lange oe met sleept.)  ein loes (Horn), eigen spellingsysteem zonder sleeptoon  luus (Horn), luizenkam: eigen spellingsysteem Additie bij vraag 16b: De z.g. fijne haarkam (die gebruikt werd bij het ontluizen) heet(te) loezekamp. Wie n kind de luizen afving (gewoonlijk de moeder), kamde met de fijne kam door t haar. (tekening bijgevoegd)  loezekamp (Horn) hoofdluis [N 26 (1964)] || luis [N 26 (1964)], [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
hoofdpijn koppijn: koppien (Horn) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2