e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L246p plaats=Horst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoffel schoffel: sxufǝl (Horst) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelen, wieden met de schoffel schoffelen: sxufǝlǝ(n) (Horst) Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a] I-5
schokschouderen schokschouderen: schokschoudere (Horst) schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-2
scholekster scholekster: scholekster (Horst) scholekster (43 drukke zwart-witte vogel met rode bek; meest in de rivierstreek [N 09 (1961)] III-4-1
schommel schommel: schōōmel (Horst) schommel [SGV (1914)] III-3-2
school school: sxuəl (Horst, ... ) school [RND] III-3-1
schoolcijfer punt: punten (Horst) cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: sxuəlki:ndər (Horst) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoolopziener schoolopziener: schoeəlōōpzener (Horst) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: schondochter (Horst), gewoonlijk omschreven  schoendochter (Horst) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2