e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Houthalen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prutsen frotselen: frotselen (Houthalen), frutselen: frøtsələ (Houthalen), klommelen: klomələ (Houthalen), prullen: prølə (Houthalen), prutselen: pritselen (Houthalen) Frutselen (met kleinigheden bezig zijn). [ZND 35 (1941)] || prutsen: uitspraak [ZND 40 (1942)] III-1-4
prutswerk geknoei: vat ə gəknoj (Houthalen), wa ien geknooi (Houthalen) Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] III-1-4
pudding crme: kri̯ɛm (Houthalen) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puimsteen puimsteen: pø̜̄msten (Houthalen), pø̜jmstin (Houthalen) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
puistjes brobbels: brobəls (Houthalen) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
punaise punaise (fr.): ps. omgespeld volgens Frings!  pynēͅs (Houthalen) een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1
punt van het blad van de zeis tip: tøp (Houthalen) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
punt, stip punt: punt (Houthalen) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] III-4-4
puntkwast borstel: borstel (Houthalen) Kwast waarvan de haarbundel met touw om de steel is gebonden. [N 67, 30c] II-9
pupil pupil: pupiel (Houthalen) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt (pupil, kijker, oogappel). [N 106 (2001)] III-1-1