19746 |
violier |
flier:
flier (L414p Houthalen),
violier:
flier (L414p Houthalen)
|
Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)]
I-7, III-2-1
|
22671 |
viool |
viool:
viōl (L414p Houthalen)
|
Het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19745 |
viooltje |
fletje:
fletteke (L414p Houthalen),
"Lillo" in de nabijheid van Houthalen
flettekes (L414p Houthalen)
|
Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)]
I-7
|
22413 |
vishengel |
visgarde:
veͅsgejrt (L414p Houthalen)
|
Een lange stok om te vissen. [ZND B2 (1940sq)]
III-3-2
|
20727 |
vlaai |
vlaai:
vla͂j (L414p Houthalen),
vloai (L414p Houthalen),
met toelichting van de bereidingswijze
vloaje (L414p Houthalen)
|
fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] || Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20730 |
vlaai met deegdeksel |
appelenvlaai bet deksel:
appelevlaoje bet dĕksel (L414p Houthalen),
taart:
tāart (L414p Houthalen),
vlaai met de scheel op:
vla͂j meͅtə sxi̯eͅl oͅp (L414p Houthalen)
|
een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] || Vla met deksel van deeg (dekselvlaoj, slof, toeslaag?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20731 |
vlaai met reepjes deeg |
latjesvlaai:
lɛtəkəsfla͂j (L414p Houthalen)
|
Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20729 |
vlaaienvulling |
spijs:
spɛi̯s (L414p Houthalen)
|
Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21424 |
vlaams |
vlaams:
vlaams (L414p Houthalen)
|
Vlaams; bijvoeglijk naamwoord - [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
24266 |
vlaamse gaai |
ikster:
ikstər (L414p Houthalen),
of: h-loos hikster?
ikstər (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen)
|
gaai (34 blauwe veertjes in vleugel; kan veertjes opzetten; hele jaar in bossen; soms in troepjes op trek; echte schreeuwlelijk; ook tam te maken [N 09 (1961)] || vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)]
III-4-1
|