e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289a plaats=Hushoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poetsen, schoonmaken poetsen: putsə (Hushoven) poetsen III-2-1
poetsmes stompje: stømpkǝ (Hushoven) Het mes waarmee de uitstekende eindjes worden afgesneden. Zie ook afb. 279. [N 40, 75; monogr.] II-12
poken rakelen: rōͅkələ (Hushoven) oprakelen, oppoken (van vuur) III-2-1
pollepel potlepel: poͅtliəpəl (Hushoven) pollepel III-2-1
pols pols: pols (Hushoven) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
pook rakelijzer: rōͅkəlī.zər (Hushoven) pook III-2-1
pop, vrouwelijke zangvogel pop: póp (Hushoven) pop, vrouwtje ve zangvogel III-4-1
populier (alg.) peppel: peppel (Hushoven) populier III-4-3
pos jood: joet (Hushoven) pos (vis) III-4-2
poten poten: pōtǝ (Hushoven), pūǝtǝ (Hushoven), zetten: zętǝ (Hushoven) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5